Wormen bij de hond
Honden en vooral jonge pups houden ervan om de wereld te ontdekken. Ze ruiken, snuffen, likken en eten soms alles wat ze onderweg tegenkomen. Helaas ook vuil, afval en ontlasting. Zo kunnen ze wormen krijgen.
Honden kunnen verschillende wormensoorten met zich meedragen. Die kunnen gevaarlijk zijn voor de gezondheid van dieren en sommigen ook voor mensen. Honden kunnen een aantal wormensoorten op mensen overdragen, zoals de spoelworm. Een ziekte die van dier op mens kan overgaan noemen we een zoönose.
Spoelwormen
Besmetting met spoelwormen (Latijn: Toxocara canis) komt het meest voor. De spoelworm wordt ook wel de ‘zandbakworm’ genoemd, al is de zandbak niet de enige plek waar deze worm voorkomt. Deze wormeitjes kunnen in zand en aarde zitten. Dit komt doordat besmette honden en/of katten daar hun ontlasting hebben achtergelaten. Denk aan de tuin, zandbak, speelplaats, parkjes, etc.
Door de poep van geïnfecteerde honden (en katten) kunnen andere honden, katten en mensen ook besmet worden en spoelwormen krijgen. De wormeitjes worden namelijk makkelijk ingeslikt. Je ziet de wormeitjes niet. De wormeitjes worden besmettelijk nadat de poep er al een tijdje ligt. Mogelijk zie je geen poep meer liggen, maar liggen de wormeitjes er nog wel. Pups kunnen spoelwormen via hun moeder krijgen, via de placenta en de moedermelk.
Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk heeft laten zien dat een stuk stadspark van het formaat picknickkleed (1,5 x 1,5 meter) gemiddeld zo’n 4.000 spoelwormeitjes bevat. Besmetting met de spoelworm kan nare gevolgen hebben voor mensen. Besmetting kan o.a. leiden tot astma, eczeem en epilepsie. Ook kan het zorgen voor een ooginfectie met kans op blindheid, buikpijn en problemen met leren.
Jonge kinderen lopen - als gevolg van hun gedrag - het grootste risico op besmetting met spoelwormen. Ongewassen vingers of aarde en zand in de mond stoppen kan ze al besmetten. Een aanzienlijk risico dat volgens kinderartsen wordt onderschat.
Volwassen honden scheiden gemiddeld veel minder wormeitjes uit dan pups. Ze worden ook minder ziek dan pups als ze spoelwormen hebben. In totaal zijn er in Nederland wel veel meer volwassen honden dan pups. Samen verspreiden alle honden veel wormeitjes als ze niet maandelijks ontwormd worden. Het is ook belangrijk dat je de ontlasting van je hond opruimt en in de grijze afvalcontainer gooit.
Als je een wormbesmetting niet laat behandelen, dan kan dit heel slecht zijn voor de gezondheid van je hond. Zelfs als hij/zij geen tekenen vertoont van besmetting. Dit kan ook een risico zijn voor de gezondheid van jezelf en je familie. Bescherm je hond, familie en omgeving. Vraag je dierenarts om advies, inclusief de juiste frequentie van ontwormen voor je hond in jouw situatie.
Tip: beantwoord binnen enkele minuten de vragen op Para Risk en ontvang een risicoprofiel. Neem deze mee naar de dierenarts en vraag advies op maat voor jouw hond.
Voorkomen spoelworminfectie
Er zijn een aantal dingen die je zelf kunt doen om de kans op besmetting met spoelwormen (Toxocara-infectie) te minimaliseren. Denk daarbij aan:
- Ontworm je hond of kat één keer per maand wanneer hij/zij in contact komt met jonge kinderen of mensen met een kwetsbare gezondheid zoals ouderen, of wanneer de hond/kat poept op plaatsen waar zij komen.
- Ruim ontlasting van honden en katten altijd op.
- Laat je hond niet uit bij of op speelplaatsen, picknickweides, e.d.
- Dek zandbakken altijd af en speel niet in onafgedekte zandbakken.
- Iedereen handen wassen voor het koken, eten, na diercontact, tuinieren en spelen.
Lees hier meer over op de pagina Bescherm je familie, ontworm je hond maandelijks.
Longworm
Longwormziekte, veroorzaakt door besmetting met longwormen, komt steeds vaker voor in Nederland. Honden kunnen o.a. longwormen krijgen doordat ze (naakt)slakken eten of aan hun slijmsporen likken. Of bijvoorbeeld gras eten of gras drinken waar een besmette (naakt)slak doorheen is gekropen.
Longwormen leiden bij honden tot hoesten, bloedingen en soms zelfs de dood. Je kunt longwormziekte eenvoudig voorkomen door je hond maandelijks te behandelen met een daarvoor geschikt anti-parasietenmiddel. Vraag je dierenarts om advies.
Lintwormen
Lintwormen worden overgedragen via prooidieren, slachtafval, onbehandeld rauw vlees of vlooien. Gelukkig eten honden meestal geen prooidieren of slachtafval. Daarom is bescherming lang niet voor iedere hond nodig; dit risico wordt beïnvloed door het gedrag van je hond. Je dierenarts adviseert of dit noodzakelijk is voor jouw hond en zo ja, wat daarvoor de beste behandeling is.
Frequentie ontwormen
Om je hond gezond te houden, zal je hem/haar regelmatig moeten ontwormen. Hoe vaak dit nodig is, verschilt per situatie. Oudere honden die niet in de buurt van kinderen, kwetsbare personen en speelplaatsen komen, hoeven minder vaak ontwormd te worden. Pups en honden die daar wel mee in contact of in de buurt komen, moeten vaker ontwormd worden. Dit geldt ook voor honden die bijvoorbeeld op een boerderij wonen met landbouwhuisdieren.
"Honden die maandelijks ontwormd worden, scheiden geen spoelwormeitjes uit in de omgeving en kunnen daardoor geen andere honden of mensen besmetten."
Voor gezinnen met kleine kinderen en voor kwetsbare volwassenen (ouderen, zieken) is het extra belangrijk om huisdieren regelmatig te ontwormen. Ontworm je hond maandelijks vanaf het spenen minimaal 6 maanden. Dat adviseren de deskundigen van de ESCCAP (European Scientific Counsel Companion Animal Parasites).
Omdat honden tot één jaar oud meer eitjes uitscheiden, wordt steeds vaker geadviseerd om dit tot de leeftijd van één jaar te doen. Sommige honden moeten hun hele leven maandelijks ontwormd worden. Bijvoorbeeld als zij in contact komen met kleine kinderen. Of als zij uitgelaten worden bij plekken waar kinderen komen. Door maandelijks te ontwormen wordt de vicieuze cirkel van eitjesuitscheiding in de omgeving doorbroken.
Wil je weten of jouw hond risico loopt op wormen? En zo ja, op welke soorten? Beantwoord binnen enkele minuten de vragen op Para Risk voor een gratis en persoonlijk parasietenrisicoprofiel. Bespreek dit profiel met je dierenarts voor advies op maat voor jouw hond.
Twijfel je over de gezondheid van jouw hond? Neem dan altijd contact op met een dierenarts.