Over epilepsie bij honden
Waarschuw direct je dierenarts wanneer je hond:
- zijn/haar eerste aanval doormaakt;
- een aanval heeft die langer dan 5 minuten duurt;
- meerdere aanvallen achter elkaar in een korte periode doormaakt;
- zich anders gedraagt en je je zorgen maakt.
Neem contact op met je dierenarts voor een normale afspraak wanneer:
- het tijd is voor een controle met betrekking tot epilepsie, en/of
- de aanvallen erger worden, en/of
- je vragen hebt over het effect van de behandeling, en/of
- je je afvraagt hoe je het beste met de epilepsie van je hond om kunt gaan.
Lees meer over epilepsie bij honden.
Epilepsie is een aandoening waar de hond vaak levenslang aan ‘vastzit’. Je hond is niet te ‘genezen’. Toch is het zodanig te behandelen, dat je samen met je hond nog een lang en gelukkig leven kunt leiden.
Ondanks het feit dat honden niet van epilepsie kunnen genezen, kunnen de dieren wel behandeld worden, zodat een lang en vrolijk leven mogelijk is. Er zijn verschillende medicijnen beschikbaar die langdurig kunnen worden toegediend.
Medicijnen tegen epilepsie bij honden zullen niet altijd volledig kunnen voorkomen dat de hond aanvallen krijgt, maar ze kunnen het aantal aanvallen en de heftigheid van de aanvallen wel verminderen. Het effect van de behandeling verschilt van geval tot geval. Het is daarom belangrijk om op controle te komen en hier met je dierenarts over te praten.
Lees meer over epilepsie bij honden.
Waarschuw direct je dierenarts wanneer je hond:
- zijn/haar eerste aanval doormaakt;
- een aanval heeft die langer dan 5 minuten duurt;
- meerdere aanvallen achter elkaar in een korte periode doormaakt;
- zich anders gedraagt en je je zorgen maakt.
Neem contact op met je dierenarts voor een normale afspraak wanneer:
- het tijd is voor een controle met betrekking tot epilepsie, en/of
- de aanvallen erger worden, en/of
- je vragen hebt over het effect van de behandeling, en/of
- je je afvraagt hoe je het beste met de epilepsie van je hond om kunt gaan.
Over het vaccineren van de hond
Wereldwijd gezien, worden puppy's meestal gevaccineerd op 8 en 12 weken leeftijd. Soms zal een dierenarts een ander advies geven op basis van de levensomstandigheden van een pup/hond. Omdat de puppy vaccinaties geen levenslange bescherming geven, zijn regelmatige herhalingsvaccinaties noodzakelijk.
Lees meer over vaccinatie bij honden.
Omdat de puppy vaccinaties geen levenslange bescherming geven, zijn regelmatige herhalingsvaccinaties noodzakelijk. Tegen een aantal aandoeningen, zoals Parvo, Hondenziekte, Hepatitis en Leptospirose (ziekte van Weil) heeft iedere hond (regelmatige) bescherming nodig.
Voor andere aandoeningen zijn de levensomstandigheden van een hond belangrijk om te bepalen of hij/zij daarvoor een vaccinatie nodig heeft. Je dierenarts kan je hier het beste over adviseren.
Lees meer over vaccinatie bij honden.
Over herpes bij honden
Honden die besmet zijn met het herpesvirus kunnen de volgende symptomen laten zien:
- Geïnfecteerde geslachtsorganen
- Geïnfecteerde ogen, neus en bek
- Geïnfecteerde voorste luchtwegen
- Kleine nesten
- Teven die niet drachtig worden
- Pups die doodgeboren worden of kort na geboorte sterven
Voor jonge pups is het herpesvirus vaak fataal. Oudere pups en volwassen honden kunnen met het virus leven en zo nu en dan ziekteverschijnselen vertonen. Jonge pups kunnen nog niet hun eigen lichaamstemperatuur reguleren en hun afweersysteem is nog niet ver genoeg ontwikkeld. Daardoor overleven zij een virusbesmetting in hun eerste levensweken niet.
De ziekteverschijnselen verschillen per pup, zelfs in hetzelfde nest. Dit komt doordat elke pup een andere hoeveelheid antistoffen binnenkrijgt via de moedermelk. Mogelijke symptomen van het herpesvirus zijn:
- Niet drinken
- Lusteloosheid
- Ademnood
- Uitvloeiing van neus, ogen en bek
- Braken en groen/grijs gekleurde ontlasting
- Voortdurend geschreeuw
- Stuiptrekkingen en staren
- Pijnlijke buik bij aanraking
De besmetting vindt vaak door middel van contact met besmette honden plaats. Je hond heeft het virus dan de rest van zijn leven. Dit betekent niet dat de ziekteverschijnselen altijd tot uiting komen. Pups raken vaak tijdens of na de geboorte geïnfecteerd door de moeder. Dit kan ook gebeuren wanneer zij de pups wast. Vaccinatie van de teef kan problemen in het nest door het herpesvirus voorkomen.
Door vaccinatie van de teef en door hygiënische maatregelen te treffen. Het virus is gevoelig voor diverse schoonmaak- en desinfectiemiddelen. Het virus vermenigvuldigt zich het beste bij temperaturen onder de 37 graden Celsius. Een warmtelamp kan helpen om de pups en hun omgeving op temperatuur te houden.
In kennels waar het herpesvirus is vastgesteld wordt geadviseerd dragende teven drie weken voor de geboorte totdat de pups drie weken oud zijn apart te houden van de andere honden. Honden die besmet raken met het herpesvirus kunnen hier niet van genezen.
Nee, als een hond eenmaal besmet is met het herpesvirus, dan draagt je hond dit de rest van zijn/haar leven met zich mee. Ziekteverschijnselen zijn echter niet altijd aanwezig. Ook voor jonge pups die besmet zijn geraakt met het herpesvirus is geen behandeling beschikbaar.
Over gezondheid van honden
Er kunnen verschillende signalen zijn die erop kunnen wijzen dat je hond ziek is. Denk aan: braken, geen eetlust, hoesten, diarree, sloomheid, veel of juist weinig drinken en plassen. Eigenlijk zijn er te veel signalen om allemaal op te noemen. Gedraagt je hond zich anders dan je gewend bent van hem/haar? Dan is dat een reden om contact op te nemen met je dierenartsenpraktijk.
Het beste is om in zo'n geval te overleggen met je dierenartsenpraktijk. Vaak kan de dierenarts(assistent) je goede adviezen geven om het ingeven makkelijker te maken. Soms mag medicatie ook met (lekkere) voeding gegeven worden of is er een smakelijk(er) alternatief beschikbaar. Sommige medicatie werkt echter niet goed wanneer deze met voeding ingegeven wordt, of moet juist met voeding ingegeven worden om goed te werken.
Overleg dit altijd met je dierenarts.
Zorg ervoor dat de hond zichzelf maar ook jou of anderen niet kan verwonden. Dit kan je bijvoorbeeld doen door voorwerpen bij de hond weg te zetten en te voorkomen dat de hond van de trap kan vallen. Houd kinderen en andere huisdieren uit de buurt. Kom NOOIT met je hand in de buurt van de bek van je hond. Door de aanval kan hij/zij je namelijk per ongeluk bijten. Ook na een aanval kan een hond nog een tijdje verward zijn en eventueel uitvallen.
Als je je zorgen maakt over de situatie waarin de hond zich verkeert, neem dan contact op met je dierenarts. Doe dit ook als de hond kort achter elkaar aanvallen heeft (meerdere op één dag) of als een aanval langer dan 5 minuten duurt. Als het mogelijk is en veilig kan, geeft het een dierenarts veel informatie door de aanval te filmen (bijvoorbeeld met een mobiele telefoon). Ook het in de gaten houden hoelang de aanval duurt, is belangrijk.
Lees meer over epilepsie bij honden.