Skip to main content

PPID bij paarden

PPID bij paarden

PPID staat voor Pituitary Pars Intermedia Dysfunction en werd vroeger ook wel de ziekte van Cushing genoemd. Deze aandoening ontregelt de aanmaak van hormonen waardoor onder andere hoefbevangenheid, een afwijkende vacht & lichaamsbouw en chronische infecties kunnen ontstaan. Bij mensen en honden komt deze ziekte ook voor en wordt de ziekte van Cushing genoemd. Sommige ziekteverschijnselen van de mens en hond lijken op die van het paard, maar toch zit de ziekte anders in elkaar. Vandaar dat PPID bij het paard een betere benaming is voor de aandoening bij het paard.

Aandoening

PPID en de hypofyse

‘Pituitary gland’ is de Engelse naam voor hypofyse, ook wel bekend als het hersenaanhangsel. Dit is een kleine klier die zich onder aan de hersenen bevindt. Bij PPID is een gedeelte van de hypofyse - de pars intermedia - ontregeld. Dit heeft een effect op de aanmaak van hormonen bij paarden. 

De hormonen in het lichaam werken normaliter nauw met elkaar samen en zorgen voor het goed functioneren van het lichaam. Wanneer de reguliere hormoonaanmaak is verstoord doordat een deel van de hypofyse niet goed werkt, kan dit tot uiting komen in allerlei ziekteverschijnselen. Sommige van deze ziekteverschijnselen kunnen in de loop van de tijd steeds erger worden. In het verleden werden deze ziekteverschijnselen bij paarden van middelbare leeftijd - tussen de 15 en 20 jaar - niet herkend. De symptomen werden vaak toegewezen aan ouderdom van het paard.

Hoe ontstaat PPID?

Aan de basis van de hersenen bevinden zich de hypothalamus en de hypofyse: het regelcentrum voor de aanmaak en afgifte van hormonen. Via het bloed worden de hormonen door het gehele lichaam naar weefsel en organen verspreid. In de hypothalamus zijn zenuwen aanwezig die de stof dopamine aanmaken. Deze stof is belangrijk om de afgifte van bepaalde hormonen door de pars intermedia van de hypofyse te reguleren. 

PPID ontstaat bij sommige oude paarden en pony’s doordat de zenuwen in de hypothalamus verloren gaan. Hierdoor krijgt de hypofyse onvoldoende dopamine aangeboden. Het gevolg is dat de aanmaak van hormonen door de pars intermedia niet meer door de dopamine wordt geremd. De ziekte wordt vaak gezien bij paarden van middelbare of hogere leeftijd (ouder dan 15 jaar). Sommige studies laten zien dat 15 tot 30% van de paarden in deze leeftijdsgroep in meer of mindere mate aan deze aandoening lijdt. Toch wordt PPID ook regelmatig bij jongere dieren gediagnosticeerd. 

Symptomen

Paarden met PPID kunnen verschillende symptomen hebben. Ook kunnen symptomen zich verschillend uiten. Zo kunnen ze variëren van milde verharing of verandering van kleur in vroege stadia van de ziekte tot een te volle, langharige en krullerige vacht in latere stadia van de ziekte.

  • Symptoom paard
  • Symptoom paard

    Veranderingen in de vacht

  • Symptoom paard

    Veranderingen in lichaamsbouw

  • Symptoom paard

    Vetophoping rondom de ogen

  • Symptoom paard

    Abnormaal zweten

  • Symptoom paard

    Veel drinken en plassen

  • Symptoom paard

    Lusteloosheid en verminderd presteren

  • Symptoom paard

    Verminder afweersysteem

Vermoed je dat jouw paard PPID heeft? Test eenvoudig of jouw paard een verhoogde kans op PPID heeft.

Diagnose

De eenvoudigste en meest gebruikelijke manier om PPID te testen is door middel van een ACTH-test. Om deze test uit te voeren, neemt jouw dierenarts een bloedmonster af bij het paard in kwestie, wat naar het laboratorium wordt gestuurd voor verder onderzoek. De uitslag van dit onderzoek is meestal binnen enkele dagen bekend. Bij een ACTH-test wordt er in het bloed gekeken naar de concentraties van verschillende hormonen en andere stoffen. De resultaten van dit onderzoek worden vergeleken met de normale waarden die worden gemeten bij niet-zieke paarden. Een verhoogde concentratie ACTH ondersteunt de diagnose van de ziekte PPID.

In sommige gevallen is het mogelijk om enkel op basis van een klinisch onderzoek en de ziektegeschiedenis van het paard of de pony de waarschijnlijkheidsdiagnose PPID te stellen. Met een ACTH-test erbij heb je echter zekerheid van zaken en kan je samen met jouw dierenarts een behandelplan opstellen.

Behandeling

PPID is een aandoening die niet te genezen is, maar waarvan de symptomen goed te behandelen zijn. Gelukkig bestaan er diergeneesmiddelen die geregistreerd zijn voor de behandeling van PPID en welke de klinische symptomen effectief tegen gaan. Deze medicijnen bevatten pergolide: een stof die op dezelfde manier werkt als dopamine. Als je dit toedient, wordt het tekort aan dopamine met pergolide aangevuld. De afgifte van hormonen door het hersenaanhangsel neemt af waardoor de ziekteverschijnselen van PPID verminderen of verdwijnen.

Over het algemeen duurt het een tijdje voordat het effect van de behandeling zichtbaar is. Je merkt dan dat het paard het normale gedrag en uiterlijk weer gaat vertonen. Bij de meeste paarden treedt de verbetering op tussen de zes tot twaalf weken na het starten van de behandeling. In sommige gevallen kan het echter een jaar duren voordat de behandeling helemaal effectief is. Hieronder zie je het verloop van de behandeling van Igor, die na 5 maanden wel een ander paard lijkt. Omdat het tekort aan dopamine blijft bestaan, zal het paard de medicatie de rest van het leven nodig hebben. Ook kan na verloop van tijd de aandoening verergeren, waardoor een aanpassing van de dosering nodig is om zo het tekort aan dopamine weer verder aan te vullen. Het wordt daarom aangeraden om minimaal twee tot vier keer per jaar het paard door een paardendierenarts te laten onderzoeken en testen op ACTH. 

Preventie

Helaas is PPID niet te voorkomen en ook niet te genezen. Wel kunnen er maatregelen getroffen worden om PPID symptomen snel te constateren, te behandelen en beschadiging te beperken.

Dit kun je doen:

  1. Controleer regelmatig het lichaamsgewicht van uw paard door middel van een paardenweegschaal of speciaal meetlint.
  2. Zorg altijd voor voldoende vers drinkwater.
  3. Laat het gebit regelmatig controleren en indien nodig behandelen.
  4. Zorg voor een goede hoefverzorging.
  5. Voorkom worminfecties door regelmatig te ontwormen.
  6. Spoel de mond bij gebits- of slijmvliesproblemen (1 tot 2 maal daags).
  7. Laat de ACTH-bloedspiegel bepalen (2 tot 4 keer per jaar).
  8. Laat de insulinespiegel bij het nuchtere paard vaststellen.
  9. Zorg voor een hoogwaardig gebalanceerd dieet. 

Twijfel je over de gezondheid van jouw paard? Neem dan altijd contact op met een dierenarts.