Het hondenhart
Het hondenhart is vergelijkbaar met jouw hart. Het is één grote spier die in vier compartimenten verdeeld is. Een gezond hart zorgt voor een gezonde hond. Om na te gaan wat er gebeurt wanneer het hart ongezond is, is het belangrijk eerst te begrijpen hoe het hondenhart zou moeten werken.
Hondenhart | Aandoening | Symptomen | Diagnose | Behandeling | Preventie
Werking van het gezonde hondenhart
Het hart maakt samen met de longen en bloedvaten deel uit van het circulatiesysteem. Net zoals bij de mens functioneert het hondenhart als een pomp om het bloed door het lichaam heen te pompen. Bij elke hartslag wordt het bloed rondgepompt en geeft het zuurstof en voedingstoffen af aan alle vitale organen en weefsels. Zo blijft je hond fit en gezond.
De hartslag van je hond
Jouw hond heeft belang bij een goede werking van het hart, alleen dan wordt het lichaam effectief voorzien van zuurstof en voedingsstoffen. Bij afwijkingen aan het hart, bijvoorbeeld in het geval van lekkende hartkleppen, ontstaan er problemen bij het rondpompen van het bloed.
Bij een lekkende hartklep vloeit er bij elke hartslag bloed terug door de hartklep in de richting waar het niet heen moet. Hierdoor moet het hart harder werken. Het geeft hetzelfde effect als een fietsband oppompen met een lekke fietspomp. Uiteindelijk lukt het wel om de band vol te pompen, het duurt alleen veel langer. Zo is het ook bij lekkende hartkleppen, het lukt wel om het lichaam van voldoende bloed te voorzien, het kost alleen meer moeite.
Als deze lekkage te erg wordt, dan komt de doorbloeding van het lichaam wel in problemen, dan is er sprake van hartfalen. Lees meer over lekkende hartkleppen.
Zo werkt het hart
Regelmaat en stabiliteit: dat zijn twee belangrijke voorwaarden voor de hartslag van een hond. Net zoals je eigen hart, is het hart van een hond een gespierde pomp die in vier compartimenten is opgesplitst. Het bestaat uit een linker- en een rechterhelft, gescheiden door een tussenschot. Elke helft is op zijn beurt weer opgebouwd uit twee delen: een boezem (atrium, bovenaan) en een kamer (ventrikel, onderaan).
Zo onderscheiden we vier ‘ruimtes’ in het hart: rechterboezem, rechterkamer, linkerboezem en linkerkamer. De boezems zijn van de kamers gescheiden door hartkleppen. Hartkleppen zijn glad. Wanneer de kleppen sluiten, komen ze perfect tegenover elkaar te liggen en laten ze geen bloed meer door. Het hart pompt het bloed door het lichaam om het van zuurstof en voedingstoffen te voorzien.
Wist je dat bij een goede hartslag van de hond het hart:
- Tussen 70 en 120 keer per minuut slaat? Bij mensen is dat 70 à 80 keer per minuut.
- Gemiddeld 144.000 keer per dag slaat?
Bron: Ware WA. Cardiovascular Disease in Small Animal Medicine. London: Manson Publishing Ltd.; 2011.
Aandoening
Wanneer blijkt dat je hond hartproblemen heeft, dan kan dit aangeboren of verworven zijn. Zo’n 10% van alle honden heeft last van een ongezond hondenhart. Bijvoorbeeld door lekkende hartkleppen of een verzwakte hartspier.
Lekkende hartkleppen komen vooral voor bij kleine tot middelgrote honden. Hartspierziekte (dilatatieve cardiomyopathie), zoals een verzwakte hartspier, komt juist met name voor bij grotere rassen. Door de ziekteverschijnselen te herkennen, kun je tijdig actie ondernemen.
Oorzaken hartprobleem hond
Klepinsufficiëntie, ook wel lekkende hartkleppen genoemd, is een van de meest voorkomende oorzaken bij een verworven hartprobleem van de hond. Vooral kleine tot middelgrote rassen hebben een verhoogd risico op een aandoening van de hartkleppen. De andere oorzaak is dilatatieve cardiomyopathie: een verzwakte hartspier.
Grote rassen lopen meer risico om deze aandoening aan de hartspier te krijgen. Hoewel beide hartaandoeningen een verschillende oorzaak hebben, is het gevolg hetzelfde: het hart werkt minder goed en kan het bloed niet meer efficiënt rondpompen.
Lekkende hartklep bij de hond
Een lekkende hartklep bij de hond, is de meest voorkomende hartaandoening bij honden, ongeveer 85% van de hartproblemen bij honden heeft deze oorzaak. Meestal is er sprake van lekkage van de mitraliskleppen, de hartkleppen tussen de linkerboezem en de linkerkamer. Het komt vaker voor bij de kleine tot middelgrote rassen en ook meer bij reuen dan bij teefjes.
Wanneer er sprake is van een lekkende hartklep, dan lekt er bij elke hartslag bloed terug door de hartklep. Dit zorgt voor een verstoorde bloeddoorstroming. Met een stethoscoop is dit hoorbaar als een hartruis.
Hartruis bij de hond
Wat is de oorzaak van hartruis bij de hond? Hartkleppen zijn normaal glad. Wanneer de kleppen sluiten, komen ze perfect tegenover elkaar te liggen en laten ze geen bloed meer door. Als de kleppen vervormen en niet meer goed sluiten, heet dat hartklepinsufficiëntie. Telkens wanneer het hart samentrekt zal er bloed terugstromen, tegen de richting van de normale bloedstroom in.
Door deze lekkage is het hart minder goed in staat om het bloed efficiënt rond te pompen. Meestal gaat het om de mitralisklep (linker hartkleppen), maar ook de andere kleppen kunnen betrokken zijn. Hierdoor ontstaat een hartruis bij de hond.
Hoewel een hartruis onschuldig klinkt, is dit meestal niet zo. Een harruis duidt bij volwassen honden, bijna altijd op lekkage van de hartkleppen een ernstige hartziekte, waarvoor een behandeling noodzakelijk is. Een hart met een hartruis functioneert niet zoals een gezond hart dat doet. Er kunnen jaren voorbijgaan voordat klachten zoals benauwdheid, hoesten, futloosheid en conditieverlies beginnen. Jaren waarin de hartziekte ongemerkt erger wordt. Het stadium waarin de hond nog geen (duidelijke) klachten heeft, maar waar behandeling al wel zinvol is, wordt stadium B2 genoemd.
Levensverwachting hond met hartruis
Honden genezen meestal niet van hun hartaandoening. Toch is er ook goed nieuws: met de juiste behandeling op het juiste moment - vanaf stadium B2 (dit betekent dat er een hartruis is en dat het hart groter is dan normaal) - kunnen jullie samen nog vele mooie momenten beleven. Wereldwijd onderzoek, de EPIC-studie, heeft namelijk aangetoond dat je hond 15 maanden langer zonder klachten kan leven, dan wanneer er in dit stadium geen behandeling wordt ingesteld.
Dit is het geval wanneer er op tijd gestart wordt met de behandeling: in stadium B2 wanneer de hond nog geen waarneembare klachten heeft, maar de aandoening wel al heeft. Door tijdige behandeling kunnen klachten zoals hoesten, benauwdheid, futloosheid en conditieverlies gemiddeld 15 maanden worden uitgesteld.
Dit is vergelijkbaar met een verlengde gezonde levensduur bij de mens van 8-10 jaar, zonder dat je ergens klachten van hebt. En alles wat je moet doen is 2 x per dag een tablet innemen, die maar zeer zelden bijwerkingen geeft. In de studie naar deze toepassing werden er net zoveel bijwerkingen gezien op de neppil, ook wel bekend als placebo (een suikerpil zonder inhoud) als op het medicijn.
Als je dierenarts een hartziekte vermoedt of heeft geconstateerd:
- Maak een afspraak voor vervolgonderzoek, de dierenarts maakt meestal een röntgenfoto en of een echo.
- Start met de medicijnen als de hartziekte gevorderd is (stadium B2)
- Plan regelmatige controle als de hond nog in de eerste fase is (B1).
Dilatatieve cardiomyopathie bij de hond
Een verzwakte hartspier, bekend als dilatatieve cardiomyopathie bij de hond, is de meest voorkomende hartaandoening bij honden na lekkende hartkleppen. In 10 % van de hartziektes bij honden is er sprake van dilatatieve cardiomyopathie. Het komt voornamelijk voor bij mannelijke honden van grotere rassen en vaak op jonge tot middelbare leeftijd. Dilatatieve cardiomyopathie bij de hond heeft een verminderde pompwerking tot gevolg.
Oorzaak van de hartspierziekte
Dilatatieve cardiomyopathie bij de hond is een aandoening aan het hartspierweefsel. Het wordt gekenmerkt door een progressieve verzwakking en verlenging van de hartspiervezels. De hartwand wordt steeds dunner en de boezems en de kamers (en dus het hart in zijn geheel) steeds groter. Hierdoor kan de hartspier niet meer goed samentrekken.
Een hartruis is bij dilatatieve cardiomyopathie meestal niet aanwezig. Daarom is vaak een röntgenfoto of echo nodig om tot de diagnose van dilatatieve cardiomyopathie te komen. Er bestaat ook een bloedtest die de ziekte vroeg op kan sporen. Het gevolg van deze verminderde werking van de hartspier is hetzelfde als bij lekkende hartkleppen: het bloed van de hond wordt niet meer op een efficiënte wijze rondgepompt.
Levensverwachting
Honden genezen niet van dilatatieve cardiomyopathie. Toch kun je met de juiste behandeling het leven van jouw trouwe viervoeter aangenaam maken. Als je hier tijdig mee start, dan kun je de klachten zo’n 9 maanden uitstellen voor jouw hond. Volg aanvullend deze tips voor de verbetering van de levensverwachting.
Stadia ziekteverloop hartfalen hond
Het ziekteverloop van hartfalen bij de hond wordt gekenmerkt door verschillende stadia. In het beginstadium van een hartaandoening kan het lichaam van je hond zich aanpassen om de verminderde functie van het hart te compenseren. Deze fase kan plaatsvinden zonder duidelijke klinische ziekteverschijnselen of tekenen van onwel zijn.
Je dierenarts zal je hond regelmatig willen controleren, nadat een hartruis is vastgesteld. Uit het wereldwijde EPIC-onderzoek is gebleken, dat wanneer je start met de behandeling voordat je hond hartfalen krijgt, de levensduur aanzienlijk wordt verlengd en ziekteverschijnselen langer uitblijven.
Naarmate de ziekte vordert en overgaat in hartfalen, zullen de compensatiemechanismen van het hondenlichaam op een bepaald moment tekortschieten. In deze fase merk je meestal een achteruitgang van de gezondheidstoestand van je hond.
In vroege stadia valt soms wel op dat honden minder actief zijn en dat ze bijvoorbeeld niet zo goed meer mee kunnen rennen als vroeger.
Hondenrassen en risico op hartproblemen
Kleine tot middelgrote hondenrassen hebben een verhoogd risico op een aandoening aan de hartkleppen. Hier volgen een aantal van deze rassen:
-
Boston Terriër
-
Cavalier King Charles Spaniël
-
Chihuahua
-
Fox Terriër
-
Miniatuur Pinscher
-
Dashond
-
Dwerg en Toy Poedel
-
Miniatuur Schnauzer
-
Pekinees
-
Keeshond
Grote hondenrassen
Grote rassen hebben een verhoogd risico op een aandoening aan de hartspier. Een aantal van deze rassen zijn:
-
Afghaanse Windhond
-
Amerikaanse Cocker Spaniël
-
Boxer
-
Dalmatiër
-
Dobermann Pinscher
-
Engelse Bulldog
-
Engelse Cocker Spaniël
-
Duitse Dog
-
Ierse Wolfshond
-
Newfoundlander
Ademhaling van de benauwde hond
Wanneer je hond benauwd is, dan kan er iets met je viervoeter aan de hand zijn. Een verhoging van de ademhalingsfrequentie (AHF), ook wel Ademhalingsfrequentie in Rust (AFR) genoemd, is één van de meest subtiele tekenen van hartfalen. Het kan erop wijzen dat:
- Een benauwde hond die nog niet behandeld wordt, tekenen van hartfalen aan het ontwikkelen is.
- Een benauwde hond die wel al behandeld wordt, een aanpassing van de behandeling nodig heeft.
Een regelmatige controle is daarom van erg groot belang. Dit doe je door thuis de ademhalingsfrequentie te meten.
De ademhalingsfrequentie van je hond meet je zo:
Vraag je dierenarts welke maximale ademhalingsfrequentie op je hond van toepassing is (richtlijn: 30/min).
Meet de AHF van je benauwde hond op wekelijkse basis. Het is belangrijk dat je de ademhaling altijd onder dezelfde omstandigheden meet:
- Je hond moet rustig zijn (eventueel aan het slapen).
- De omgevingstemperatuur mag niet te hoog zijn (je hond mag niet hijgen).
Tel nu het aantal ademhalingen van je hond gedurende 15 seconden:
- 1 ademhaling = één keer inademen en één keer uitademen.
- 1 ademhaling = één keer op én neer gaan van de borstkas.
Vermenigvuldig dit cijfer met vier om de AHF per minuut te berekenen.
Bekijk de video waarin word uitgelegd hoe je de ademhaling telt.
Als de ademhaling van je benauwde hond systematisch hoger is dan het maximum (richtlijn: 30/min), dan heeft je hond mogelijk hartfalen. Maak in dat geval snel een afspraak met je dierenarts voor een controle van het hart van je hond.
De My Pet´s Heart2Heart app van Boehringer Ingelheim is speciaal ontwikkelt om je te helpen bij het controleren van de ademhalingsfreqentie van je hond. Je metingen worden opgeslagen in de app en je kunt ook meetherinneringen instellen. Deel vervolgens de metingen met je dierenarts, bijvoorbeeld tijdens de eerst volgende controleafspraak. Neem direct contact op met je dierenarts wanneer de ademhalingsfrequentie van je hond uit de pas gaat lopen.
Vermoed je dat jouw hond een hartprobleem heeft? Bekijk de ziekteverschijnselen van de twee meest voorkomende hartaandoeningen.
Diagnose
Als je hond ziek is en bepaalde ziekteverschijnselen vertoont, dan kan er sprake zijn van een hartaandoening. Om een hartprobleem bij de zieke hond tijdig te diagnosticeren, is het belangrijk dat je regelmatig met je hond bij de dierenarts op controle gaat. Een vroege diagnose met juiste opvolging maakt de kans groter dat je hond een langer en prettig leven kan leiden.
Om een hartaandoening bij je zieke hond vast te stellen of uit te sluiten, kan de dierenarts de volgende onderzoeken doorlopen:
- Medische voorgeschiedenis. De dierenarts heeft de volgende gegevens nodig: leeftijd, ras en medische achtergrond van je hond. De dierenarts zal vragen of je bij jouw hond veranderingen hebt opgemerkt op het gebied van gedrag, eetlust en levendigheid. Vervolgens stelt de dierenarts vast of de hond ziek is of niet.
- Medisch onderzoek. Een grondig medisch onderzoek stelt je dierenarts in staat om de algemene gezondheidstoestand van je hond te evalueren. Ze kunnen onder andere kijken naar: gewicht, pols, slijmvliezen, ademhalings- en hartfrequentie.
- Luisteren naar het hart en de longen. Aan de hand van een stethoscoop kan je dierenarts nagaan of een hartruis aanwezig is (niet alle soorten hartruis zijn eenvoudig te horen). Ook het hartritme en de hartfrequentie worden via de stethoscoop onderzocht om na te gaan of de zieke hond een onregelmatige hartslag heeft. Je dierenarts kan ook naar de longen luisteren, op zoek naar abnormale geluiden.
Eventuele aanvullende onderzoeken bij jouw zieke hond kunnen een rontgenfoto van de borst, bloedonderzoek, elektrocardiogram (ECG), echografie of meting van de bloeddruk zijn. Op basis van de resultaten uit de onderzoeken wordt een behandeling voor jouw hond opgesteld.
Behandeling
Honden genezen niet van hartfalen. Wel kunnen zij verlicht worden en kunnen ziekteverschijnselen worden uitgesteld. Behandeling van congestief hartfalen, zoals hartfalen ook wel bekend staat, kan het beste starten in stadium B2.
In stadium B2 heeft je hond nog geen waarneembare klachten, zoals benauwdheid, hoesten, futloosheid en conditieverlies, maar heeft hij/zij wel al een hartprobleem. Uit het EPIC-onderzoek is gebleken dat behandeling in dit stadium zinvol is. Zo kan je hond langer zonder klachten leven.
Na dit stadium worden honden behandeld om klachten te verminderen. Gedurende die behandeling krijgen honden een combinatie van de hieronder vermelde medicijnen, zoals diuretica (plaspillen), die zij de rest van hun leven moeten innemen. Afhankelijk van de diagnose of de ernst van de aandoening is het mogelijk dat je hond (nog) andere medicatie krijgt, zoals anti-aritmica en hoestremmers.
Dit middel werkt rechtstreeks op het hart en de bloedvaten: door de grote bloedvaten te verwijden, wordt het makkelijker voor het hart om het bloed rond te pompen. Dankzij een positieve werking op de hartspiervezels pompt het hart efficiënter.
Bij congestief hartfalen van de hond ontstaat er vochtophoping in de longen. Diuretica zijn eigenlijk plastabletten. Ze werken vochtafdrijvend, omdat de hond meer gaat plassen. De longen komen zo weer ‘droog’ te staan. Door de afname dankzij diuretica zal je hond onder andere vlotter kunnen ademhalen. Let er wel op dat hij steeds voldoende vers drinkwater kan nuttigen.
Preventie
Iedere hond heeft een gezonde levensstijl nodig; hierin verschillen zij eigenlijk niet van mensen. Met een doordacht hondendieet, voldoende lichaamsbeweging en regelmatige controles door de dierenarts kun je hartaandoeningen bij de hond voor zijn of beperken. Door onderstaande aanbevelingen op te volgen, zorg je dat je hond zo gezond mogelijk blijft.
Een gezond dieet is goed voor het hart van je hond, net zoals gezonde voeding ook voor je eigen hart belangrijk is. Het hondendieet moet evenwichtig zijn en samengesteld worden uit hoogkwalitatieve ingrediënten. Houd voor het hondendieet bijvoorbeeld de volgende zaken aan:
- Vermijd overgewicht en te veel zout.
- Geen extra’s, zoals koekjes en ‘snacks’ (bijvoorbeeld chips en kaas).
- Geef geen voeding die bestemd is voor mensen
Vraag je dierenarts naar een passend hondendieet. Hij kan helpen bij het kiezen van de juiste voeding en adviseren over de hoeveelheid voeding die je hond nodig heeft.
Door voldoende lichaamsbeweging blijft je hond in goede conditie en wordt overgewicht vermeden. De inspanning die gepast is voor je hond is afhankelijk van zijn grootte, het ras, zijn leeftijd en gezondheidstoestand.
Bezoek je dierenarts minstens één keer per jaar voor een algemene gezondheidscontrole en een advies op maat over een passend hondendieet.
Het uitvoeren van een ademhalingsfrequentie (AHF) meting van je hond is de beste manier om hartfalen zo vroeg mogelijk te achterhalen. De AHF kun je zelf meten.
Twijfel je over de gezondheid van jouw hond? Neem dan altijd contact op met een dierenarts.