Vanaf het moment dat kittens in een nestje geboren worden leren zij omgaan met katten, andere dieren en mensen. Kittens opvoeden is belangrijk, omdat dit er later voor zorgt dat zij als jonge en volwassen katten goed omgaan met hun omgeving.
Kittens | Trainen | Gedrag | Andere huisdieren | Gezin
Fases van kittens opvoeden
Kittens worden in deze eerste fase gesocialiseerd. De moederkat speelt een belangrijke rol: haar gedrag is namelijk het voorbeeld voor de kittens. Deze fase van kittens opvoeden vindt plaats wanneer zij tussen de drie en acht weken zijn. Wanneer kittens in die periode door mensen minimaal een uur per dag worden opgepakt, zullen zij op latere leeftijd minder angstig zijn.
Ook is dit het uitgelezen moment om kittens te laten wennen aan andere dieren, kinderen en aan de dagelijkse gang van zaken. Denk aan het knippen van nagels, borstelen en de kattenbak. De bak moet wel toegankelijk zijn voor een klein beestje. Laat kittens ook wennen aan de normale geluiden in huis zoals tv, radio, stofzuigen, opruimen, afwassen, etc.
Wist je kat.. kittens op zijn vroegst pas na zeven weken weg mogen worden gehaald bij hun moeder? Eerder is bij de wet verboden en erg slecht voor hun welzijn.
Ontwikkeling vanaf acht weken
De tweede socialisatieperiode begint vanaf acht weken. In de weken die volgen leert de kat nog meer dingen die hem helpen zodra hij/zij ouder is. De tweede socialisatieperiode duurt in ieder geval tot de kat ongeveer zestien weken oud is.
In deze periode gaan kittens veel ontdekken en het is een hele belangrijke periode om sociaal gedrag aan te leren. Kittens leren dan veel van nestgenootjes en worden gecorrigeerd als ze te veel agressie gebruiken bij het stoeien en spelen. Dit deel van de kattenopvoeding vindt deels plaats bij de fokker en verder bij de nieuwe eigenaar van de kat.
Wat de beste periode is om een kitten in huis te halen hangt af van een aantal factoren. Over het algemeen wordt hierover het volgende gezegd: als er nog nestgenootjes zijn, de kat sociaal gedrag kan leren én als hij/zij goed verzorgd en gesocialiseerd wordt, laat dan de kat tot ca. 13-14 weken in het nest.
In de eerste weken bij de nieuwe eigenaar leert de kat wennen aan zijn nieuwe huis en de medebewoners - inclusief andere dieren. Het is belangrijk om dit op positieve wijze te stimuleren door aandacht aan hem te geven en hem te leren wat hij/zij waar kan vinden. Denk bijvoorbeeld aan de kattenbak, zijn slaapplaats, het voerbakje en het kattenluik. Maar ook de regelmaat in je huishouden, hechting aan jou als baasje en hechting aan het huis.
Wanneer dit deel van de kattenopvoeding niet goed wordt aangepakt, dan kan dit negatieve gevolgen hebben. Een slecht gesocialiseerde kat heeft last van stress, angst en kan zelfs huidproblemen en gedragsproblemen ontwikkelen.
Katten trainen
Wil je jouw kat iets aanleren? Met geduld en positieve erkenning kom je een heel eind. Zorg ervoor dat je voordat je de training start eerst iets vindt dat de kat ook echt als beloning ziet. Dat kan een kattensnoepje zijn of bv. even aaien of borstelen.
De focus ligt tijdens de kattenopvoeding op de beloning van gewenst gedrag. Bijvoorbeeld met een hapje dat je kat lekker vindt (maar met mate). Geef dit hapje alleen als de kat het gewenste gedrag vertoont. Zo gaat hij/zij de beloning associëren met zijn eigen gedrag en zal hij/zij dit gedrag steeds meer gaan vertonen (om maar de beloning te krijgen). Dit heet operante conditionering.
Je kunt een kat ook leren dat bepaalde voorwerpen leuk zijn (en niet iets om voor weg te rennen), zoals bv. een kattenborstel, vervoersmandje of nagelschaartje. Dit heet klassieke conditionering. Wil je bijvoorbeeld dat je kat niet wegrent als je de kattenborstel pakt? Dan is de eerste stap dat hij/zij netjes blijft zitten zodra de gevreesde borstel tevoorschijn komt. Dat is het eerste beloningsmoment.
Vervolgens moet je de kat kunnen benaderen met de borstel in de hand. Dat is het tweede beloningsmoment. Daarna mag je de kat oppakken terwijl de borstel vasthoudt. Dat is het derde beloningsmoment. Daarna leg je de borstel voorzichtig op de vacht en geeft de beloning, de volgende stap is het even kort kammen met een zachte kam van een klein stukje vacht. En ga zo maar door. Zo kun je de kat voorzichtig laten wennen aan het borstelen.
Het is belangrijk dat het wennen in kleine stapjes gaat en dat er veelvuldig wordt beloond als de kat het toe laat. Volg hierin wel altijd het tempo van de kat. Aan de hand van zijn gedrag wordt vanzelf duidelijk wat de logische stappen zijn.
Vormen van kattengedrag
Geen een kat is hetzelfde. Iedere kat heeft typisch kattengedrag, deels te verklaren door het ras, de leeftijd en het geslacht. Maar net als bij mensen speelt ook de opvoeding een grote rol. Wanneer een kat zo’n acht weken oud is, dan is hij/zij het best in staat om met zijn omgeving om te leren gaan.
Wanneer je kat als kitten bijvoorbeeld geen kennis heeft gemaakt met andere mensen en dieren, dan zal hij/zij daar op latere leeftijd vaak last van hebben. Dit kan zich uiten in:
- Angst en nervositeit
- Agressiviteit, zoals bijten en krabben
- Sproeien en plassen in huis
Sproeiende kat
Bij een kat is er een groot verschil tussen sproeien en plassen. Sproeien doet hij staand met de staart omhoog, soms trappelend met de achterpoten. De urine wordt recht naar achteren gespoten. Er zijn meerdere redenen waarom een kat sproeit. Het kan zijn om zijn territorium te markeren en duidelijk te maken aan buurtkatten of andere katten in het huis dat dit zijn territorium is.
Het sproeien gebeurt dan vaak bij de randen van een ruimte, zoals bij ramen en deuren. Een andere reden kan zijn dat hij zijn geur wil achterlaten om zo een partner te vinden. Wat veel mensen niet weten, is dat poezen ook sproeien. Bijvoorbeeld wanneer zij willen paren. Als de sproeiende kat gecastreerd is, is er vaak sprake van territoriaal markeren of stress. Het sproeien is dan meestal niet hormonaal gedreven.
Een kat kan stress ervaren doordat er teveel katten op een te kleine ruimte in huis moeten leven, of stress door:
- Angst voor de omgeving
- Verandering van de gezinssamenstelling
- Andere (buur)katten in huis
- Verbouwing of andere onrust in de leefomgeving
- Straf die de (sproeiende) kat krijgt van zijn baasjes
Onderzoek de bron van de stress om de beste oplossing te vinden. Installeer bijvoorbeeld een kattenluik met chiplezer die enkel je eigen kat binnen laat als er andere katten ongewenst in huis komen of geef katten die samenleven meer hun eigen plekjes in huis.
Een gediplomeerde gedragstherapeut kan achter de mogelijke reden van het sproeien komen en adviezen geven om het gedrag te stoppen. De oorzaak van het sproeien kan ook medisch zijn. Bij sproeien en plassen in huis is het altijd belangrijk om een medische oorzaak uit te sluiten door de urine en de kat te laten onderzoeken door de dierenarts.
Kat plast in huis
Als je kat in huis plast, dan kan dit door verschillende oorzaken komen. Het is belangrijk om hem zo snel mogelijk te helpen zijn behoefte op de bak te doen. Hoe langer het gedrag duurt, hoe moeilijker het voor de kat te veranderen is.
Een kat die in huis plast betekent vaak dat hij/zij echt een probleem heeft, zoals blaasgruis, een blaasontsteking, pijn door osteoarthritis, stress of angst. Als je kat dit gedrag vertoont, dan is het nodig om een afspraak bij de dierenarts te maken.
Tip: neem verse urine mee (niet ouder dan een paar uur oud) zodat de dierenarts dit kan onderzoeken. Lees meer over urine opvangen.
Een kat die in huis plast en wellicht lijdt heeft een veilige omgeving nodig, straf hem dus niet. Straffen werkt juist averechts. Als je kat voorheen wel netjes op de bak ging, kun je je afvragen of er in huis of met de kattenbak iets is veranderd. Bijvoorbeeld:
- Ander merk kattengrind?
- Ander schoonmaakmiddel?
- Kattenbak op andere plek gezet?
- Ander type kattenbak in gebruik genomen?
- Nieuwe kat in huis zonder een extra kattenbak te plaatsen?
Probeer de oude situatie te herstellen om te zien of de kat dan nog steeds in huis plast. Lees je ook in wat er nodig is zodra je een nieuwe kat in huis haalt. Het is hoe dan ook nodig om de kattenbak dagelijks uit te scheppen, en minstens 1x per week de hele bak schoon te maken en nieuw grint er in te doen, zodat je je kat aanmoedigt om deze te gebruiken.
Maak ook de plasplekken goed schoon, maar niet met azijn, chloor, bleek of schoonmaakmiddelen met een citroen of andere scherpe geur. Deze middelen zijn erg scherp en bedreigend in het territorium en nodigen uit om er overheen te plassen om de eigen geur weer in de ruimte te kunnen ruiken. Voor het schoonmaken van de plasplekken kun je het beste heet water en een sopje van groene zeep gebruiken.
Probeer de kattenbak zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor de kat zodat hij er graag op gaat. Zorg dat de bak groot genoeg is voor de kat om in rond te kunnen draaien zonder de randen te raken. Haal het deurtje eruit en het liefste ook de bovenkant. Zet de bak op een rustige locatie neer waar de kat als hij er op zit de hele ruimte kan overzien.
Zet meerdere kattenbakken verdeeld in huis neer. Gebruik kattenbakgrint dat heel fijn van structuur is, klontvormend en geurloos. En schep de bak elke dag uit en maak hem 1x per week helemaal schoon met heet water en een mild middel zoals groene zeep. Doe een dunne laag nieuw grint (ca. 3-4 cm) erin. Leg geen kranten of plastic zakken op de bodem. En vervang de bak elk jaar.
Is een medische oorzaak uitgesloten door een dierenarts en helpen deze tips niet? Dan is het een goed idee om contact op te nemen met een gediplomeerd kattengedragsdeskundige. Deze kan je goede ondersteuning bieden bij ongewenst (plas)gedrag van katten.
Als je kat in huis plast, neem dan altijd eerst contact op met je dierenarts om een medische oorzaak uit te sluiten. Zo'n oorzaak kan te maken hebben met het urinewegstelsel van je kat, maar het kan ook zijn dat je kat bijvoorbeeld pijn heeft in zijn gewrichten. Door de signalen van pijn te herkennen kun je snel actie ondernemen.
Introductie van een nieuwe kat in huis
Heb je al een kat en wil je een nieuwe kat aan het gezin toevoegen? Een paar tips:
Overweeg om een kitten te nemen. Zij vormen een minder grote bedreiging dan een volwassen kat. Houd wel rekening met de behoeftes van je huidige kat. Als hij al oud is, dan kan een jonge kat juist heel vermoeiend zijn. Je kunt dan overwegen om 2 kittens te nemen zodat de kittens met elkaar kunnen spelen en de oudere kat met rust zullen laten. Let dan wel op dat je voldoende ruimte hebt om aan de behoeften van alle katten te voldoen.
Geur speelt een grote rol voor katten. Een nieuwe kat in het territorium ruikt onbekend en zal als bedreiging worden gezien. Het is daarom erg belangrijk om de katten aan elkaars geur te laten wennen en te zorgen dat er een groepsgeur ontstaat in het hele huis, zodat het hele territorium naar beide katten ruikt en dus vertrouwd ruikt.
Je kan dit als volgt aanpakken:
- zet de katten apart zonder dat ze elkaar zien
- begin met uitwisselen van kleedjes met elkaars geur
- maak een groepsgeur kleedje met de geur van beide katten erop en leg deze in huis neer
- laat de katten in elkaars ruimte rondlopen zonder dat de andere kat erbij is
- geef ze bij een dichte deur wat lekkers te eten
- doe daarna de deur een stukje open terwijl je ze iets lekkers te eten geeft
Een goed introductietraject kan een aantal dagen tot een aantal weken duren. Geduld en rust zijn hierbij belangrijk zodat de katten rustig aan elkaar kunnen wennen, eerst aan elkaars geur, daarna aan het zien van elkaar. Zorg voor rust tijdens de introductie. Neem zelf de tijd en besteed volop aandacht aan beide katten om hen goed te begeleiden tijdens de kennismaking.
Katten en andere huisdieren
Een kat is niet per se een sociaal dier en kan prima leven zonder andere dieren om zich heen. Uiteraard is dit altijd afhankelijk van het karakter. Als je al een kat hebt, dan kan het best lastig zijn om het gezin uit te breiden met nog een kat. Je huidige kat is gewend aan zijn leefomgeving en zit misschien helemaal niet te wachten op gezelschap.
Met honden is dit vaak makkelijker, omdat ze elkaar niet als concurrenten zien. Er is sowieso tijd nodig voordat dieren, en met name twee katten, aan elkaar gewend zijn.
Zorg dat je voldoende ruimte hebt in huis om twee katten te huisvesten. Het is belangrijk voor katten dat ze apart van elkaar kunnen zijn en zichzelf kunnen terugtrekken. Een indicatie voor de hoeveelheid benodigde ruimte in huis is: het aantal katten in huis = het aantal kamers in huis waar ze mogen komen. Dus bij 3 katten, moeten er minimaal 3 ruimtes beschikbaar zijn waar de katten mogen komen.
Geef ze hun eigen kattenbakken, drinkbakken en voerbakken maar ook hun eigen schuil- en rustplaatsen. En verdeel deze door het huis, zodat ze op verschillende plekken in huis hun bronnen kunnen vinden zonder elkaar telkens tegen te komen. Ook hoge plekjes in huis zijn hierbij belangrijk. Op termijn kunnen veel (maar niet alle) dieren leren met elkaar om te gaan en kunnen zij zelfs heel hecht worden.
Katten en kinderen
Een baby in huis brengt nieuwe luchtjes en geluiden met zich mee. Luchtjes en geluiden waar je kat aan moet wennen en die hem mogelijk nieuwsgierig of angstig maken.
Je kunt de kat trainen om te wennen aan de baby geluiden door voordat de baby er is muziek af te spelen met babygeluiden. Eerst op heel laag volume en dit bij elke trainingssessie iets harder te zetten. Doet dit in kleine stapjes en stop voordat de kat angstig wordt. De kat leert dan dat de baby geluiden normaal zijn en niet iets om angstig voor te zijn.
Ook ontstaat er een nieuwe rolverdeling die voor je kat niet vanzelfsprekend is. Wees alert dat je kat nooit zonder toezicht bij de baby kan komen. Hij/zij zal er nooit op gericht zijn om je kind pijn te doen, maar kan bijvoorbeeld wel in de box springen. Misschien zet hij/zij zijn nagels uit bij de landing. Dit soort situaties wil je natuurlijk voorkomen.
Zodra je kindje groter wordt en gaat kruipen, is de kat opeens erg interessant. Je kat kan zich bedreigd voelen en uithalen, als je kind hem als een speeltje ziet en zo behandelt. Leer jonge kinderen om katten met rust te laten en laat ze nooit alleen met elkaar. Wanneer je erbij bent, kun je je kind helpen om de kat rustig te leren aaien.
Zorg ervoor dat je een aantal hoge plekjes in huis maakt waar de kat mag liggen, zodat hij/zij buiten bereik van je kind is en rustig kan liggen. Ook is het belangrijk dat de kat altijd toegang heeft tot een veilig schuilplekje – het liefste buiten de centrale woonkamer – zo kan hij/zij altijd tot rust komen en je kindje ontlopen als het hem teveel wordt.
Geur speelt een grote rol voor katten. Hier reageren zij op. Houd hier rekening mee als je een nieuwe kat introduceert in huis of een baby krijgt.
De sociale rol van katten
In veel huishoudens zijn katten een vast onderdeel van het gezin. Uit onderzoek blijkt dat samenleven met een kat de bloeddruk en cholesterolwaarde verlaagt en stresseffecten tegengaat. Voor katteneigenaren is de kat vaak een vriend: hij geeft gezelschap, liefde en is altijd oprecht.
Een kat kan tot steun zijn voor mensen die het emotioneel zwaar hebben en geven een gevoel van eigenwaarde. Voor kinderen helpen katten om zich emotioneel en verstandelijk te ontwikkelen. Door een huisdier te verzorgen, krijgen zij meer zelfvertrouwen. Katten zijn een dusdanig onderdeel van het gezinsleven, dat het verlies ervan heel moeilijk kan zijn.
Het samenleven met een kat kan soms ook voor problemen zorgen. Bijvoorbeeld als er veranderingen binnen het huishouden of gezin zijn. Andere huisdieren en ook de komst van een baby kunnen veel impact hebben op het gedrag en welbevinden van je kat.