Suikerziekte
Diabetes mellitus - ook bekend als suikerziekte - is een chronische aandoening, die zowel bij mensen als dieren voorkomt. Op deze pagina tref je informatie over suikerziekte bij honden.
Aandoening
Bij suikerziekte is er een te hoge concentratie suiker (glucose) in het bloed aanwezig. Dit gebeurt wanneer een hond onvoldoende van het hormoon insuline aanmaakt.
De cellen die insuline aanmaken zijn bij honden met suikerziekte kapot. Insuline helpt suiker van het bloed naar de lichaamscellen te gaan, waar het gebruikt kan worden als energie. Is er onvoldoende insuline aanwezig, dan blijft er dus suiker in de bloedbaan achter en stijgt het suikergehalte in het bloed. Dit brengt gezondheidsrisico’s met zich mee.
Wereldwijd komt suikerziekte bij ongeveer 1 op de 300 honden voor. Bij sommige hondenrassen is de kans op het ontwikkelen van suikerziekte groter dan bij andere rassen. Suikerziekte komt trouwens ook voor bij katten.
Symptomen
Twijfel je of jouw hond misschien diabetes mellitus heeft? Symptomen van suikerziekte bij honden zijn:
- Meer water drinken dan normaal
- Meer plassen dan normaal
- Meer eten dan normaal
- Gewicht verliezen/vermageren, ook als er meer gegeten wordt
- Algehele zwakte en weinig energie
- Ogen kunnen er troebel en blauwgrijs uitzien
De juiste zorg
Vermoed je dat jouw hond misschien suikerziekte heeft, bespreek dit dan met je dierenarts. Die zal je hond onderzoeken en vragen stellen. Indien je hond de diagnose diabetes mellitus krijgt, zal de dierenarts een behandeling voorschrijven. Er zijn in Nederland insulinebehandelingen verkrijgbaar, waarbij één injectie per dag al voldoende kan zijn. Vraag je dierenarts om advies.
Een insulinebehandeling dient altijd als injectie te worden toegediend. De dierenarts zal uitleggen hoe je dit zelf kunt doen bij je hond. En een eigenarenbrochure aan je meegeven, waarin dit stap voor stap nog eens uitgelegd wordt. Vaak zijn er via de dierenarts ook instructievideo’s beschikbaar.
De dierenarts kan ook een dagboek of behandelverslag meegeven. Op zo’n schema vul je dagelijks in hoe het met je hond gaat. Bij een controleafspraak bespreek je dit met de dierenarts. Het verminderen van de symptomen van suikerziekte bij je hond is een belangrijk signaal dat de gezondheid van je hond vooruit gaat.
Het is voor iedere hond belangrijk om regelmatig voor een gezondheidscontrole naar de dierenarts te gaan. Maar voor honden met een chronische aandoening zoals suikerziekte is dit extra belangrijk. Met regelmatige controles kan de dierenarts vaststellen of je hond goed op de behandeling reageert en of de behandeling eventueel aangepast moet worden.
Leven in balans
Om de bloedsuikerspiegel van je hond zoveel mogelijk in balans te houden, kom je al een heel eind wanneer je vasthoudt aan een vaste routine. Probeer een regelmatig patroon aan te houden, met name voor voeding, bewegen en spelen.
Wat je hond eet is belangrijk, zeker bij honden met suikerziekte. Bespreek met je dierenarts welke voeding het beste is voor jouw hond. Het tijdstip waarop je hond eet is ook belangrijk; probeer elke dag rond dezelfde tijdstippen een maaltijd te geven.
Honden met suikerziekte hebben ook baat bij het aanhouden van een regelmatig patroon voor beweging en spelen. Plotselinge, langdurige inspanning kan de suikerspiegel uit balans brengen.
Na de start van de behandeling met insuline, kan het een maand of langer duren voordat de symptomen bij je hond verminderen en de bloedsuikerspiegel van de hond gestabiliseerd is. Daar zijn ook regelmatige controles voor nodig bij de dierenarts. Als het eenmaal gestabiliseerd is, zullen de symptomen afnemen of zelfs verdwijnen. Je zult dan merken dat je hond zich beter gaat voelen. Zo niet, raadpleeg dan je dierenarts.
Een goede regelmaat aanhouden helpt je hond gezond en in balans te blijven. Zo is het belangrijk bij de behandeling om de insuline iedere dag op hetzelfde tijdstip of tijdstippen toe te dienen, zoals door je dierenarts is voorgeschreven. Met geduld, aandacht, de juiste zorg én medicatie kunnen de symptomen van suikerziekte onder controle blijven. Zodat je hond een normaal en zo prettig mogelijk leven kan leiden.
Ga met je hond regelmatig op controlebezoek bij je dierenarts. Ook als je hond zich weer als ‘de oude’ gedraagt en de bloedsuikerspiegel van je hond zich heeft gestabiliseerd. Die controlebezoeken zijn echt belangrijk voor het welzijn van je hond. Samen met je dierenarts kun je dan bespreken hoe de aandoening zich ontwikkelt en of de dosis goed is of aangepast moet worden.
Lage bloedsuikerspiegel
Soms kan bij honden die worden behandeld tegen suikerziekte, hypoglykemie optreden. Hypoglykemie is een te lage bloedsuikerspiegel. Een laag bloedsuikergehalte kan gevaarlijk en soms levensbedreigend zijn. Hypoglykemie kan optreden als de hond:
-
te veel insuline heeft gehad
-
te weinig heeft gegeten
-
veel meer heeft bewogen dan normaal
Manieren om een lage bloedsuikerspiegel zoveel mogelijk te voorkomen:
- Let erop dat je je hond de juiste dosis insuline geeft die de dierenarts heeft voorgeschreven.
- Voer je hond volgens een vast schema.
- Geef je hond de hoeveelheid voer die je dierenarts heeft geadviseerd.
- Geef je hond geen ander geneesmiddel (op recept of vrij verkrijgbaar) zonder toezicht van je dierenarts (ook geen vitaminen of supplementen).
- Hou je aan een vast bewegingspatroon
- Als je hond niet wil eten, overleg met je dierenarts hoe de dosering insuline aan te passen.
Laat je hond regelmatig controleren door de dierenarts. Voor een hond met een chronische aandoening zoals suikerziekte is dat extra belangrijk. Ook nadat de bloedsuikerspiegel van je hond weer gestabiliseerd is na een hypoglykemie. De dierenarts kan dan bekijken hoe de aandoening zich bij jouw hond ontwikkelt en bepalen of aanpassing van de dosis nodig is of niet.
Noodsituatie hypoglykemie
Hypoglykemie kan in ernstige gevallen dodelijk zijn. Snel handelen is dus belangrijk. Zorg er dan ook voor dat je - zeker als eigenaar - de signalen van hypoglykemie bij honden herkent:
-
Zwakte
-
Depressie/sloomheid
-
Wankelen of raar lopen
-
Vreemd gedrag
-
Spiertrekkingen
-
Insulten/epileptische aanval
-
Coma/verliezen bewustzijn
Wat moet je doen in geval van nood?
Als eigenaar van een hond met diabetes mellitus, is het verstandig om altijd glucosestroop, druivensuiker of honing bij de hand te hebben. Wanneer je vermoedt dat een hond mogelijk hypoglykemie heeft, volg dan de volgende stappen:
- Als de hond het bewustzijn heeft verloren: wrijf een eetlepel glucosestroop of honing op het tandvlees en neem onmiddellijk contact op met een dierenarts. Ook in het weekend of 's nachts!
- Als de hond niet bij bewustzijn komt of een epileptische aanval heeft: breng de hond direct naar de dierenarts.
- Als de hond bij bewustzijn is (of wanneer de hond weer bij bewustzijn komt) en kan slikken: voer de hond met de hand glucosestroop of honing totdat de hond alert genoeg is om normaal voer te eten.
- Zodra de hond alert genoeg is om te eten: voer de maaltijd die gepland staat zonder te wachten tot het etenstijd is. Overleg met de dierenarts voor verdere instructies met betrekking tot de behandeling.
Vergeet niet dat hypoglykemie een gevaarlijke conditie is, waarbij snel handelen noodzakelijk is. Neem altijd contact op met je dierenarts als je signalen ziet die je niet vertrouwd. Zorg dat het noodnummer van de dierenarts in je telefoon staat.
Twijfel je over de gezondheid van jouw hond? Neem dan altijd contact op met een dierenarts.